
Jurisprudentie
AQ7875
Datum uitspraak2004-07-07
Datum gepubliceerd2004-08-26
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 04/00578
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2004-08-26
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 04/00578
Statusgepubliceerd
Indicatie
In het onderhavige geval was geen plaats voor het uitvaardigen van een kennisgeving van verhaal, aangezien de betrokkene reeds verzet had gedaan tegen een ter zake van hetzelfde CJIB-nummer uitgevaardigde kennisgeving van verhaal en op dit verzet nog niet door de kantonrechter was beslist. De kantonrechter kon niet met voorbijgaan van het reeds gedane verzet tot een beslissing op het verzet tegen de latere kennisgeving van verhaal komen. De rechtsgang eindigend met de beschikking van de kantonrechter inzake het verzet tegen de latere kennisgeving van verhaal dient dan ook buiten beschouwing te blijven.
Uitspraak
WAHV 04/00578
7 juli 2004
CJIB 28774800
Gerechtshof te Leeuwarden
Beschikking
op het hoger beroep tegen de beschikking
van de kantonrechter van de rechtbank te [woonplaats]
van 9 januari 2004
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats].
1. De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft de betrokkene in het verzet tegen de tenuitvoerlegging van een door de officier van justitie in het arrondissement Leeuwarden uitgevaardigde kennisgeving van verhaal niet-ontvankelijk verklaard. De beschikking van de kantonrechter is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Het procesverloop
De betrokkene heeft tegen de beschikking van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene is in de gelegenheid gesteld het beroep schriftelijk nader toe te lichten.
Op 24 juni 2004 is ter griffie van het hof ingekomen een in algemene termen gestelde brief van de betrokkene.
3. Beoordeling
3.1. Naar het hof ambtshalve bekend is - en in het verweerschrift van de advocaat-generaal wordt gesignaleerd - is met betrekking tot de zaak met CJIB-nummer 28774800 op 1 juni 2004 door het hof uitspraak gedaan in de zaak met nummer WAHV 04/00084. In die zaak is een door de betrokkene geschreven brief - die op 7 februari 2003 ter griffie van de rechtbank is ingekomen - aangemerkt als een verzetschrift tegen een door de officier van justitie in het arrondissement Leeuwarden op 5 december 2002 uitgevaardigde kennisgeving van verhaal onder CJIB-nummer 28774800. Bij brief van 27 juni 2003 heeft de griffier van de rechtbank de betrokkene de ontvangst van het verzetschrift op 7 februari 2003 bevestigd. De kantonrechter van de rechtbank te Rotterdam heeft bij beschikking van 30 september 2003 de betrokkene in het verzet tegen de tenuitvoerlegging van de door de officier van justitie in het arrondissement Leeuwarden uitgevaardigde kennisgeving van verhaal niet-ontvankelijk verklaard. Het hof heeft de betrokkene bij beschikking van 1 juni 2004 niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep tegen de beschikking van de kantonrechter.
3.2. In de onderhavige zaak bevindt zich naast voornoemde kennisgeving van verhaal van 5 december 2002 een kennisgeving van verhaal met hetzelfde CJIB-nummer, gedateerd 21 februari 2003, alsmede een door de betrokkene geschreven brief - die op 11 maart 2003 ter griffie van de rechtbank is ingekomen -, aangemerkt als een verzetschrift tegen een kennisgeving van verhaal onder CJIB-nummer 28774800. Bij brief van 20 maart 2003 heeft de griffier van de rechtbank de betrokkene de ontvangst van het verzetschrift op 11 maart 2003 bevestigd. De kantonrechter van de rechtbank te Rotterdam heeft bij beschikking van 9 januari 2004 de betrokkene in het verzet tegen de tenuitvoerlegging van de door de officier van justitie in het arrondissement Leeuwarden uitgevaardigde kennisgeving van verhaal niet-ontvankelijk verklaard.
3.3. Uit het voorgaande volgt, dat ten tijde van het uitvaardigen van de kennisgeving van verhaal d.d. 21 februari 2003 de betrokkene reeds verzet had gedaan tegen een onder hetzelfde CJIB-nummer uitgevaardigde kennisgeving van verhaal. Dit brengt mee, dat er geen plaats was voor het uitvaardigen van de kennisgeving van verhaal van 21 februari 2003 en dat de kantonrechter niet met voorbijgaan van het reeds eerder gedane verzet tot een beslissing op het verzet tegen die kennisgeving van verhaal kon komen. De rechtsgang eindigend met de besschikking van de kantonrechter van 9 januari 2004 dient dan ook buiten beschouwing te blijven. De beschikking waarvan beroep zal worden vernietigd.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt de beschikking van de kantonrechter.
Deze beschikking is gegeven door mr. Dijkstra, in tegenwoordigheid van mr. Hiemstra als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.